De structuur van het buitengewoon secundair onderwijs bestaat uit 4 opleidingsvormen. Elke opleidingsvorm streeft welbepaalde doelstellingen na.
OV1 : maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving waar ondersteuning voorzien is en in voorkomend geval arbeidsdeelname in een omgeving waar ondersteuning voorzien is. OV 1 kan georganiseerd worden voor de types 2,3,4,6,7 en 9.
Deze opleidingsvorm geeft een algemene sociale vorming gericht op maatschappelijk functioneren en participeren in een omgeving waar in ondersteuning voorzien is en in voorkomend geval op arbeidsdeelname in een omgeving waar in ondersteuning voorzien is.
Met ‘arbeidsdeelname’ wordt bedoeld: het uitvoeren van maatschappijrelevante activiteiten met productief of dienstverlenend en niet – vrijblijvend karakter.
Type2: voor jongeren met een verstandelijke beperking.
Jongeren met een verstandelijke beperking voldoen aan alle onderstaande criteria:
- Ze hebben significante beperkingen in het intellectueel functioneren, wat op basis van een psychodiagnostisch onderzoek tot uiting komt in een totaal intelligentiequotiënt op een gestandaardiseerde en genormeerde intelligentietest kleiner of gelijk aan 60, rekening houdend met het betrouwbarheidsinterval;
- Ze hebben significante beperkingen in het sociale aanpassingsgedrag, wat op basis van psychodiagnostisch onderzoek tot uiting komt in een uitslag op een gestandaardiseerd en genormeerde schaal voor sociaal aanpassingsgedrag, die minstens dire standaarddeviaties beneden het gemiddelde ligt ten opzichte van een normgroep van leeftijdgenoten, rekening houdend met het betrouwbaarheidsinterval;
- De functioneringsproblemen zijn ontstaan voor de leeftijd van 18 jaar;
- Het besluit “verstandelijke beperking” wordt genomen na een periode van procesdiagnostiek.
De schoolpopulatie in het BuSO bestaat enkel uit leerlingen OV1. Nochtans is er een grote verscheidenheid in hun mogelijkheden. We kunnen de leerlingen indelen in drie grote groepen:
- We hebben de leerlingen met een mentale handicap die hun inzichten, vaardigheden en attitudes die ze reeds bezitten, kunnen verdiepen en uitbreiden. Ook kunnen zij nieuwe vaardigheden en inzichten nog opnemen. Dit zijn onze leergroepen.
- Een andere groep leerlingen is die, waar een verdere ontwikkeling eerder gering is. Hier wordt enorm veel gewerkt op primaire relatievorming. Zij verkennen enkel de wereld vanuit het contact met het eigen lichaam. Er wordt gewerkt rond de relatie ik-groep: werken en spelen in groep en belevingen opdoen om ‘nu’ gelukkig te zijn. Dit zijn onze zorggroepen.
- Tenslotte hebben we een derde groep leerlingen met autismespectrumstoornis (ASS). Zij krijgen onderwijs in een eigen
klaslokaal waar duidelijkheid heerst, alles sterk gestructureerd is en alles aangepast is met visualisatie. Dit zijn
onze structuurgroepen.